Een aantal vooroorlogse races werden er al in Monaco gehouden, maar de eerste race voor het wereldkampioenschap vond in 1950 plaats. Dat evenement markeerde de eerste overwinning van de toekomstige vijfvoudig kampioen Juan Manuel Fangio in een officiële kampioenschapsrace. De GP van Monaco werd niet gehouden in 1951, 1953, en 1954, maar is daarna uitgegroeid tot een vast onderdeel van de Formule 1-kalender.
Kenmerken circuit van Monaco
Met zijn 3,337 kilometer lengte is Circuit de Monaco, zoals het officieel heet, de kortste baan van de hele kalender. Interessant genoeg is het vanwege de lage snelheid het enige circuit dat zich niet houdt aan de minimale Formule 1-raceafstand van 305 kilometer die de FIA voorschrijft. Het circuit van Monaco is extreem smal, waardoor het het moeilijkst is om in te halen. Nelson Piquet vergeleek het zelfs met ‘fietsen door je woonkamer’. Daarom zijn de kwalificatie en strategie essentieel, terwijl in de races over het algemeen minder spanning te zien is.
Een ronde begint met een bocht van negentig graden: Sainte-Dévote. De eerste sector kan treffend worden gekarakteriseerd als een explosie bergop, wanneer de auto's Massanet en Casino Square omzeilen. Na Mirabeau volgt de beroemde Fairmont Hairpin, die bekendstaat als de krapste en langzaamste bocht op de kalender met gemiddelde snelheden van dertig mijl per uur. De daaropvolgende tunnelsectie is de enige overdekte bocht in de Formule 1 en wordt gevolgd door de moeilijke Nouvelle chicane.
Na Tabac en Louis Chiron moeten de coureurs zich manoeuvreren door de gevaarlijke Swimming Pool Chicane die veel slachtoffers (waaronder Max Verstappen en Charles Leclerc) maakte in de afgelopen jaren. De krappe Rascasse-bocht is een van de weinige inhaalmogelijkheden en na een korte lift bij Antony Noghès scheuren de auto's naar de finish.
Een ronde door het prinsdom wordt gekenmerkt door een hoogteverschil van 44 meter van het hoogste punt naar het laagste. Aangezien Monaco geen rechte stukken heeft, moeten de coureurs altijd geconcentreerd blijven. De rijders staan voor de verraderlijke taak om de breedte van het circuit te maximaliseren en zo dicht mogelijk bij de muren te komen. Daarom heeft Monaco de reputatie dat het een circuit is voor échte coureurs.
Door de duidelijke uitdagingen van het racen op de straten van de stad, is het Circuit van Monaco nauwelijks veranderd sinds het bijna een eeuw geleden werd gerealiseerd. De Nouvelle Chicane werd in 1986 aan het circuit toegevoegd. Er zijn diverse wijzigingen aan de kerbs en muren aangebracht, vooral om veiligheidsredenen.
Meesters van Monaco
Monaco is dé gelegenheid voor de beste coureurs om zichzelf te bewijzen, zelfs met een mindere auto. De Brit Graham Hill won de GP van Monaco vijf keer in de jaren zestig en werd de Koning van Monaco genoemd. Misschien wel de grootste overwinning uit zijn carrière was tijdens de editie van 1968. Nadat hij van pole startte en de eerste ronden het veld aanvoerde, kwam Hill in een ontsnappingsroute terecht door een achterblijver te ontwijken. Hill kwam als vijfde terug op de baan, maar vestigde opmerkelijk genoeg verschillende ronderecords op zijn weg naar Jackie Stewart en Lorenzo Bandini.
De meeste mensen herkennen Ayrton Senna echter als de Master van Monaco. Hij heeft zes keer gewonnen in de straten van Monte Carlo: een aantal dat nog door geen enkele andere coureur is overtroffen. Zijn pole ronde van 1988 blijft misschien wel de beste aller tijden, want hij overtrof McLaren-teamgenoot en toekomstig viervoudig kampioen Alain Prost met maar liefst 1,427 seconden. Zijn sterkste prestatie in Monaco was niet een van zijn dominante overwinningen. In de 1984 eindigde hij in zware regen op een opmerkelijke tweede plaats met een relatief niet-competitieve Toleman, waarmee hij aan het einde van de wedstrijd vier seconden per ronde sneller was dan raceleider Prost.
Roem en glorie
Hoewel de GP van Monaco vaak teleurstellend is voor racefans, is het belangrijk voor de sport. Het trekt namelijk beroemdheden met grote namen aan en zet als geen ander evenement de Formule 1 in de schijnwerpers van de wereld. Het aangrenzende Port Hercule ligt tijdens het raceweekend vol met jachten van de superrijken, van wie velen een glimp willen opvangen.
Voor coureurs wordt de GP van Monaco gezien als de meest prestigieuze race op de kalender. Het raceweekend vormt samen met de Indianapolis 500 en de 24 uur van Le Mans de Triple Crown: door velen beschouwd als de drie meest prestigieuze motorraces ter wereld. Tot op heden heeft alleen Hill alle drie de evenementen gewonnen en daarmee de Triple Crown voltooid. Juan Pablo Montoya en Fernando Alonso hebben twee van de drie evenementen winnend afgesloten, namelijk Monaco en Indianapolis 500.
Max Verstappen in Monaco
Monaco was lang een lastig circuit voor Max Verstappen. In 2015 crashte hij bij een inhaalpoging tegen de achterkant van de Lotus van Romain Grosjean, waarbij hij de buitenmuur van Sainte-Devote raakte met een impact van 30G. Voor zijn rol in het incident kreeg de Nederlander een gridstraf van vijf plaatsen voor de volgende race. Het jaar daarop crashte Verstappen en viel hij uit. In 2017 eindigde hij als vijfde, wat twee plaatsen achter teamgenoot Daniel Ricciardo was.
Een seizoen later crashte Verstappen in de derde vrije training, waardoor hij niet deelnam aan de kwalificatie. Op de racedag knokte hij zich van de twintigste naar de negende plaats, terwijl zijn teamgenoot de race won. In 2019 werd hij teruggezet van de tweede naar de vierde positie voor een pitlane-overtreding. Nadat het evenement in 2020 niet plaatsvond door de coronacrisis, wist Verstappen in 2021 een einde te maken aan zijn slechte reeks. Hij domineerde de race comfortabel en won voor het eerst. Vorig kalenderjaar was zijn teamgenoot Sergio Perez de coureur die aan het langste einde trok, terwijl Verstappen als derde eindigde.