Waarom Verstappen dé reden is dat de FIA nu moeilijk doet over Herta
Het superlicentie systeem is momenteel een ‘hot topic’ in de Formule 1 met Colton Herta die de overstap wil maken naar AlphaTauri. Will Buxton benadrukt echter waarom de regel ooit bedacht is.
Verstappen de ‘boosdoener’
In 2015 debuteerde Max Verstappen in de Formule 1 bij Toro Rosso en dat leverde veel kritiek op. Volgens velen was de jongste coureur ooit in de F1 veel te jong om al in de sport actief te zijn. Sterker nog, Verstappen had bij zijn debuut op zeventienjarige leeftijd niet eens een rijbewijs. Dat zorgde ervoor dat de FIA maatregelen nam.
Om ervoor te zorgen dat er nooit meer zo’n jonge coureur met zo weinig ervaring in formulewagens (Verstappen reed maar één seizoen in de Formule 3) de stap naar de F1 kon maken, werd het superlicentie systeem ingevoerd. Sindsdien moeten jonge coureurs veertig punten verzamelen in verschillende opstapklasses voor ze de overstap maken naar de F1. Ook geldt er een minimum leeftijd van achttien jaar en moet de coureur in het bezit zijn van een rijbewijs.
‘’Is het niet fascinerend dat het superlicentie puntensysteem als reflex kwam voor de te snelle doorbraak van een Formule 1-coureur die sindsdien 17 poles, 21 snelste rondes, 30 overwinningen, 72 podiums en een wereldkampioenschap (en onderweg naar nummer twee) op zijn naam heeft staan’’, laat Buxton in een tweet weten.
Fascinating, isn’t it, that the superlicense points system was brought in as a knee jerk reaction to the rapid ascent to formula 1 of a driver who has amassed thus far 17 poles, 21 fastest laps, 30 victories, 72 podiums, a world championship and is well on the way to his second.
— Will Buxton (@wbuxtonofficial) September 7, 2022
AlphaTauri en Colton Herta zitten daarom nu nog in de wachtkamer. Herta won op jonge leeftijd al zeven races in IndyCar, maar die klasse is in het puntensysteem van de FIA ondergewaardeerd waardoor Herta niet genoeg punten heeft voor een superlicentie. Red Bull hoopt dat de FIA een uitzondering wil maken, daar waar Nyck de Vries dat onterecht zou vinden.