Deze teams ondergingen de meeste upgrades, maar hebben ze ook gewerkt?
- Rik Seinen
In totaal hebben de Formule 1 teams dit seizoen 286 upgrades uitgevoerd. Auto, Motor und Sport maakte een overzicht van de veranderingen per team en hoeveel nut ze hadden.
Door het seizoen heen zijn de auto’s veel veranderd ten opzichte van de eerste race in Bahrein. In totaal zijn er maar liefst 286 zichtbare upgrades uitgevoerd. Dat zijn dus upgrades aan de aerodynamica, de vloer en het gewicht van de auto. Uiteraard zijn er ook veel onzichtbare upgrades geweest, maar onder het mom van concurrentiegevoelige informatie zijn daar geen cijfers over bekend.
Overzicht van de veranderingen per team
McLaren: 53
Mercedes: 37
Williams: 35
Alpine: 31
Aston Martin: 30
Red Bull: 27
Alfa Romeo: 24
Ferrari: 19
AlphaTauri: 16
Haas: 14
McLaren voert de lijst met upgrades aan. De orange auto heeft maar liefst 53 upgrades ondergaan dit seizoen. De vele veranderingen zijn in vier grote pakketten samengevoegd, waarvan de eerste al vroeg in het seizoen werd doorgevoerd. Dat bleek de juiste keuze te zijn: in de eerste race moest McLaren het doen met plek veertien en vijftien, maar drie races later stond Lando Norris op het podium van Imola.
Toch kan de Britse renstal zich nog niet volledig meten aan rivaal Alpine. Waar de Fransen het hele seizoen lang stabiele resultaten boeken - afgezien van technische mankementen - lijken bij McLaren de successen vooral af te hangen van het circuit. Dat bleek maar weer in Japan, waar Norris met veel pijn en moeite nog één punt van de tiende plaats binnen wist te slepen, terwijl Alpine een knappe vierde en zevende plek wist te behalen.
Opvallend is dat Red Bull en Ferrari relatief weinig upgrades hebben uitgevoerd. De twee teams voeren al het hele seizoen de ranglijst aan, maar zagen blijkbaar geen noodzaak om hun auto's significant te blijven ontwikkelen. De resultaten wijzen ook uit dat de teams blijkbaar al sinds het begin het juiste ontwerp te pakken hadden.
Onderlinge stand lijkt gelijk te blijven
Ondanks alle upgrades lijkt het vrij weinig verschil te hebben gemaakt in de algehele stand. De onderlinge verhoudingen zijn grotendeels gelijk gebleven, wat ook duidelijk terug te zien is in de fragmentatie van de ranglijst. Ferrari en Red Bull vechten het uit in de voorhoede, met Mercedes daar een eindje achter. Alpine en McLaren strijden om plek vier, een ruime afstand voor de onderste helft van de grid, waar Aston Martin als enige significante verbeteringen ten opzichte van de seizoensstart laat zien. Williams bungelt hopeloos achteraan en moet het hebben van gewaagde strategieën en onverwachte situaties op de baan om wat punten te scoren. In grote lijnen is dat vrijwel hetzelfde als het in de eerste paar races van het seizoen was.
De conclusie die hieruit getrokken kan worden is dat geen enkele verandering echt doorslaggevend was. De kleine veranderingen hebben individuele teams enigszins geholpen, maar bleken niet voldoende om het veld echt op te schudden.