Directeur Circuit Zandvoort onthult: “Het was geen fraai plaatje”
Er was veel enthousiasme toen de terugkeer van de Grand Prix van Nederland werd aangekondigd, maar tegelijkertijd was er scepsis. Er moest nog veel aan het circuit gebeuren en de infrastructuur zou de enorme toestroom van bezoekers niet aankunnen. Zelfs Robert van Overdijk had zo zijn twijfels toen hij in 2017 aantrad als algemeen directeur. Toch is de GP in Zandvoort een doorslaand succes gebleken en zelfs toonaangevend geworden voor andere organisatoren.
Van Overdijk had nog nooit een voet op Circuit Zandvoort gezet totdat hij werd gevraagd om algemeen directeur te worden. Zijn eerste indruk van het circuit had beter gekund, zo vertelt hij op de officiële website. “Eerlijk is eerlijk, mijn eerste herinnering aan Circuit Zandvoort was er een met minder allure dan al die hoogtepunten die aan bod komen”, begint hij.
Op een grauwe novemberochtend bezocht hij de baan voor het eerst met zijn zoon om een indruk te krijgen van de klus die hem te wachten stond. Met uitzondering van wat mooie auto’s die in de pitstraat geparkeerd stonden, lag het circuit er volgens de directeur ‘redelijk triest’ bij. “Zeker voor iemand die geen pure autosportliefhebber was, was het geen fraai plaatje”, vervolgt Van Overdijk.
Circuit Zandvoort maakte enorme transformatie
Wat volgde, was een indrukwekkende transformatie. Het circuit moest worden teruggebracht naar de iconische status van weleer, maar moest ook een locatie worden die geschikt was voor meer dan alleen autosport. “Kort samengevat is Circuit Zandvoort inmiddels meer dan autosport alleen, maar wel met het behoud van haar rijke heritage en autosport-DNA”, vertelt hij.
“Die grauwe zaterdagochtend ligt inmiddels meer dan zes jaar achter me. Het circuit heeft op vele vlakken een transformatie ondergaan, er is 365 dagen per jaar bedrijvigheid op allerlei gebieden, er ligt een schitterend Grade 1-circuit en last but not least hebben we inmiddels drie legendarische F1- races achter de rug”, besluit de circuitdirecteur.