Hulkenberg: "Hoe ver Renault kan komen in de top? De tijd zal het leren"
- Richard Verweij
Champagne drinken op een F1-podium, dat deed veteraan Nico Hulkenberg tot op heden nog niet. Aangezien Renault hoopte in 2019 het gat tot de top te kunnen verkleinen (en zelfs een podium mee zou kunnen snoepen), valt het voor Hulkenberg misschien tegen dat het wederom niet lukt. Maar dat zijn team in een stijgende lijn zit, dat is voor De Hulk wel duidelijk.
“Op het moment dat ik in de Formule 1 kwam, in 2010, wilde ik natuurlijk zo lang mogelijk in de sport meedoen op het hoogste niveau. Dat was het enige waarvoor ik leefde: Formule 1-coureur zijn. Dan is het logisch dat je terugkijkt en denkt: Ik had het liever beter gedaan, maar toch denk ik dat ik nergens spijt van hem”, blikt Hulkenberg terug op het officiële Formule1-kanaal.
“Natuurlijk had ik graag overwinningen achter mijn naam gehad, kampioenschappen en noem maar op, maar we weten allemaal hoe de Formule 1 werkt. Je moet op het juiste moment op de juiste plek zitten met de juiste auto onder je. Helaas is dat in mijn carrière nog niet gebeurd.”
Het contract van De Hulk loop aan het einde van dit jaar af: Met alle geruchten over Fransman Esteban Ocon die aanspraak zou kunnen maken op het zitje, net als aanstormend talent uit het juniorenprogramma, is het nog maar de vraag of Hulkenberg de kans krijgt om de vruchten te plukken van zijn harde werken in de laatste paar jaar.
“Niets staat vast, maar er is wel een hoop geïnvesteerd”, ontwijkt Hulkenberg de vraag of hij in de komende jaren met Renault kan vechten tegen de topteams. “Hoe zeker je kan zijn dat Renault een topteam wordt? Dat is lastig te zeggen. Ik heb een hoop positieve dingen zien gebeuren in de laatste 24 maanden en de fundering is volgens mij nu prima. Maar we moeten dat ook bewijzen. Ik weet zeker dat we een heel eind kunnen komen, maar hoe ver precies? De tijd zal het leren!”