Inspraakronde voor teams over 2021-rubber Pirelli van start gegaan
- Richard Verweij
Geen band die honderd rondjes mee zou kunnen gaan, maar ook geen rubber dat na vijf rondjes uit elkaar ploft: Pirelli heeft elk jaar weer een flinke uitdaging als het gaat om de banden voor de Formule 1 juist krijgen. De FIA heeft een aantal doelstelling voor het 2020- en het 2021-rubber op papier gezet en aan de teams voorgelegd: Duimpje omhoog, of toch terug naar de tekentafel?
Maandenlang discussieerden teams samen met de FIA en Pirelli over de reglementen van 2021. Ook de banden die vanaf dat seizoen worden gebruikt, stonden ter discussie. De velgen worden groter (achttien inch) en de banden dus dunner. De taak die Pirelli heeft gekregen, is om met het rubber van 2021 een aantal doelstellingen af te vinken.
Allereerst moet het werkvenster groter worden. Het werkvenster van de huidige banden zorgt bij veel teams voor hoofdpijn; Guenther Steiner is al door zijn voorraad aspirine heen. Het rubber moeten binnen twee specifieke temperaturen blijven wil een coureur snelheid uit de band kunnen halen. Is de temperatuur hoger of lager, dan slijt de band veel sneller of ben je ontzettend traag.
De andere twee doelstellingen sluit aan bij het werkvenster: Minder slijtage en minder oververhitting. Zodoende zou en langer harder kunnen worden gereden op een band (zonder dat deze slijt) en in een achtervolging word teen band niet meer zo heet als nu.
“Dat is de intentieverklaring die ze hebben ontvangen en we zijn zeer benieuwd naar hun mening. Het liefst zo vroeg mogelijk, zodat we kunnen kijken of er nog wat te verbeteren valt”, klinkt Mario Isola bij Motorsport.
“Dergelijke doelen zijn niet eenvoudig om op te stellen: Het is écht niet zo dat we een paar cijfers op een velletje schrijven en zeggen dat dat ons doel is. Je moet ook begrijpen at je zegt en hoe je het voor elkaar kan krijgen: Anders heeft het geen zin.”