Interview

Mugen als motorleverancier voor Red Bull? 'Die tijd ligt ver achter ons'

23 oktober 2020 om 07:00
Laatste update: 23 oktober 2020 om 07:00

Sinds de aankondiging van het vertrek van Honda uit de Formule 1, vraagt iedereen zich af met welke krachtbron Red Bull vanaf 2021 verder moet. Toen Honda begin jaren 90 de F1 de rug toekeerde, werden hun motoren overgenomen door het tuning bedrijf Mugen. De kans dat de geschiedenis zich wat dat betreft herhaalt, is echter bijzonder klein.

Honda leverde tot begin jaren 90 fabrieksmotoren aan McLaren. Toen Honda voor die samenwerking vanaf 1991 overstapte op V12-motoren, prepareerde Mugen de Honda V10 vanaf dat seizoen eerst voor Tyrell en later Footwork. Ook toen Honda volledig uit de Formule 1 stapte, bleef Mugen dat doen. In de tweede helft van de jaren 90 werden met Ligier en Jordan daardoor nog vier GP-overwinningen behaald.

Geen gesprekken over F1 met Red Bull of Honda

Dit zou in theorie een precedent kunnen scheppen voor de huidige situatie met Red Bull. Zijn er achter de schermen daarom gesprekken gaande tussen deze partijen over een toekomstige samenwerking in de F1? Colin Whittamore, directeur bij Mugen Euro, zegt tegen GPblog.com dat dat niet het geval is.

“Er zijn geen discussies geweest tussen ons, Red Bull Racing of Honda, met betrekking tot de toekomst van hun F1 krachtbron. Honda is altijd een belangrijke klant van Mugen, en Team Mugen heeft al auto’s in de Red Bull-kleuren in zowel de Super GT als de Super Formula als onderdeel van het Red Bull Junior-programma. Daarom zijn we natuurlijk bereid om elk mogelijk project met hen te bespreken, maar tot op heden is de toekomst van eventuele F1-programma's niet besproken.”

“Als er wel besprekingen zouden plaatsvinden, zouden ze eerder gericht zijn op het gebruik van onze fabriek in Milton Keynes, aangezien de Honda F1-dynos zich in hetzelfde gebouw bevinden als de Mugen Euro-dyno, in plaats van enige toekomstige betrokkenheid bij het F1-programma.” 

Technologisch zijn de tijden behoorlijk veranderd

Waar nodig is Mugen dus wel bereid om hun diensten te verlenen, maar een volledige overname van het Honda F1-poject ligt volgens Whittamore niet binnen hun mogelijkheden. Mugen heeft weliswaar decennialange ervaring met het prepareren van verbrandingsmotoren en dankzij hun TT Zero project (elektrische motoren voor de TT-races op de Isle of Man) ook met de ontwikkeling van elektrische aandrijving, maar dat is niet genoeg voor het runnen van een F1-krachtbron

“Hoewel die kennis en ervaring voor ons zeer waardevol is bij onze huidige en toekomstige ondernemingen, zou het ons echter nog lang niet lukken om een moderne F1 power unit te runnen. De huidige aandrijflijn is van een totaal andere orde dan in de jaren negentig, zowel technisch als financieel. Met ongeveer 250 Mugen-medewerkers wereldwijd zou elke serieuze betrokkenheid bij de levering van F1-motoren een serieuze uitbreiding van onze middelen vereisen.”

“Bovendien is de integratie van de aandrijflijn en het chassis in de afgelopen 30 jaar enorm toegenomen, zodat één enkele leverancier van het chassis en de aandrijflijn zeer gunstig kan zijn. De tijd dat een motorleverancier alleen de motor leverde en van de chassisfabrikant verwachtte dat hij deze in zijn eentje zou inbouwen, ligt al ver achter ons.”

Financieel zeer moeilijke situatie voor onafhankelijke leveranciers

Naast deze technische hordes die overwonnen moeten worden, is het ook financieel vrijwel onmogelijk voor een bedrijf als Mugen om nu in de F1 te stappen. Hoewel Mugen is opgericht door de zoon van Soichiro Honda zelf en de banden met Honda altijd hecht zijn gebleven, benadrukt Whittamore dat het een volledig onafhankelijk bedrijf is dat op eigen benen moet staan.

“Ik denk dat het financieel niet haalbaar is om een F1-motorprogramma op te bouwen en uit te voeren zonder dat er een infrastructuur en veel steun aanwezig is. Dat blijkt ook uit het feit dat er op dit moment geen onafhankelijke leveranciers van aandrijflijnen voor de F1 zijn.”

“Het niveau van de investeringen, initieel en doorlopend, is uitzonderlijk en het zal moeilijk zijn om een zuiver commerciële businesscase te maken waarbij men er zeker van kan zijn dat de kosten worden terugverdiend”, besluit Whittamore.

De conclusie is dus dat Mugen hun kunststukje uit de jaren 90 zonder flinke investeringen van buitenaf niet zal herhalen. Elke onafhankelijke leverancier zal bovendien voor enorme technische uitdagingen komen te staan. Mugen gaat ondertussen verder met waar het goed in is: de bouw en distributie van hoogwaardige specificaties van Honda-motoren, buiten de F1.