dossiers

Jim Clark


Een succesvolle Schot, die net als Sir jackie Stewart maar al te graag onder de noemer ‘Britse racers’ wordt geschaard vanwege zijn titels. Jim Clark, de racer die in 1963 en 1965 kampioen werd, behoort niet voor niets tot de meeste legendarische F1-coureurs ooit.

Een succesvolle Schot, die net als Sir jackie Stewart maar al te graag onder de noemer ‘Britse racers’ wordt geschaard vanwege zijn titels. Jim Clark, de racer die in 1963 en 1965 kampioen werd, behoort niet voor niets tot de meeste legendarische F1-coureurs ooit.

Jong geleerd

Rondscheuren in Porsches en Jaguars: wie wil dat nou niet? Jim Clark in ieder geval wel, en de Schot neemt al op jonge leeftijd plaats achter het stuur van dergelijke racewagens. Colin Chapman, de oprichter van Lotus, was eind jaren vijftig na een reeks goede resultaten van Clark dermate onder de indruk van de jonge Schot, dat Jim een plekje kreeg in de nieuwe Formula Junior. Een klasse waarin Clark met Lotus in 1960 direct won, voor John Surtees.

Op Nederlandse bodem (op het circuit van Zandvoort) maakt Clark zijn Formule 1-debuut in 1960. De Grand Prix van Nederland wordt weliswaar niet uitgereden, één race later is het wel raak in België. Jim Clark komt als vijfde over de finish en pakt daarmee kostbare punten. In Portugal later dat seizoen staat Clark op het podium na een P3 te hebben behaald, waarna een zitje voor het volledige 1961-seizoen wordt veiliggesteld.

In dat seizoen raakt Jim Clark betrokken bij een horrorcrash op Monza, als Wolfgang von Trips over de railing vliegt en in het publiek terechtkomt: Von Trips overlijdt ter plekke, vijftien toeschouwers komen ook om.

In dat seizoen staat Clark twee keer op het podium, waaronder in Nederland op Zandvoort. In ’62 vervolgt Clark zijn loopbaan bij Lotus, maar grijpt ondanks drie overwinningen nipt naast de titel: landgenoot Graham Hill gaat er met de eer vandoor namens BRM.

Het succes van Lotus dankzij Clark

De eerste titel van Lotus is eveneens de eerste titel van Clark in de Formule 1: 1963 is het jaar waarin alles op zijn plaats valt. Clark wint maar liefst zeven van de tien races en verplettert daarmee Graham Hill en BRM. Daarmee zet de Brit een record neer dat pas jaren later verbroken zou worden: zeven overwinningen in één Formule 1-seizoen. Alain Prost en Ayrton Senna zijn de eerste twee die dat record verbreken, zij het op een behoorlijk vollere kalender.

John Surtees trekt in 1964 aan het langste eind, waardoor Clark zijn kersverse titel niet weet te verdedigen. Wel overwint de Brit een jaar later weer en pakt in datzelfde seizoen ook de overwinning tijdens de Indy 500. Aangezien de GP van Monaco nooit wordt gewonnen door Clark, zou de Schot niet verder komen dan één van de drie benodigde juwelen voor de Triple Crown of Motorsport. Graham Hill is daardoor de enige die de kroon op zijn naam heeft staan.

Na het behalen van zijn tweede titel met Lotus gaat het beduidend slechter met het Britse team. In 1967 vindt Lotus de weg naar boven, wat een hoop beloofd voor het 1968-seizoen. Maar fans weten dat we nooit zullen weten of Clark zijn derde titel zou hebben gepakt in dat jaar.

Noodlottig ongeluk in Duitsland

Waar de huidige F1-kalender volgepropt zit met Grands Prix, was dat vroeger wel anders. In de jaren zestig zaten er gaten van meerdere maanden tussen bepaalde races, waardoor coureurs geregeld een uitstapje maakten naar andere series. In het geval van Jim Clark was dat in 1968 de Formule 2-race in Duitsland op de Hockenheimring.

In zijn Lotus 48 schoot Clark in rondje vijf van de baan en knalde vol de bomen langs het circuit in. Aan de opgelopen verwondingen kon niets meer worden gedaan, waarna Clark ter plekke overlijdt.

Teamgenoot Graham Hill weet met Lotus dat jaar de titel te pakken, maar het is een seizoen dat wordt overschaduwd door het verlies van held Jim Clark.