Verstappen geeft toe dat hij Hamilton soms wel haatte dit seizoen
Het Formule 1-seizoen van 2021 gaat de boeken in als een van de meest spannende en sensationele seizoenen ooit. Max Verstappen en Lewis Hamilton dreven elkaar tot het uiterste, waarbij soms ook over de limiet werd gegaan. Toch was er altijd respect tussen de twee coureurs. Bijna altijd dan.
Haat tussen Verstappen en Hamilton
In een uitgebreid interview met de BBC gaat Verstappen in op zijn rivaliteit met Hamilton. Hoewel er volgens de Nederlander altijd respect is geweest tussen de twee coureurs, liepen de emoties soms ook wel hoog op. "Soms haatten we elkaar wel, maar dat is prima”, vertelt de kersverse wereldkampioen. Volgens Verstappen is dat de competitieve geest van beide coureurs, maar Hamilton is volgens hem een ongelofelijke coureur.
Verstappen vertelt in het interview dat hij met Hamilton na afloop van de Grand Prix van Abu Dhabi even een moment had, waarna alle kou uit de lucht was. "Hij kwam na de race naar me toe. Je kijkt elkaar in de ogen. Je zegt niet veel, maar je hebt wel veel met elkaar te maken en je waardeert het gevecht echt.” De twee coureurs hebben elkaar dit seizoen tot het uiterste gedreven en zaten beide coureurs op de limiet van wat ze met hun auto konden.
Hernieuwde strijd in 2022
De rivaliteit was er dit seizoen niet alleen tussen Hamilton en Verstappen, maar uiteraard ook tussen Mercedes en Red Bull Racing. Volgens Verstappen stonden beide teams onder enorme druk om de juiste beslissingen te nemen. “We moesten altijd ons best doen, anders wisten we dat de anderen ons zouden verslaan.”
Dat het kampioenschap uiteindelijk in de laatste ronde van de laatste race uit de handen van Hamilton en Mercedes glipte, moet volgens Verstappen ongelofelijk zwaar zijn geweest voor zijn titelrivaal. De Nederlander denkt wel dat het feit dat Hamilton al zeven titels heeft, hem op een bepaalde manier gerust heeft gesteld. Bovendien hoopt Verstappen dat in 2022 de rivaliteit met Hamilton zal blijven. “Hij is een geweldige concurrent. Het was een waar genoegen om tegen hem te rijden.”