Lammers: 'DRS moet weg!'

Vooral de plannen om de aerodynamica van de auto's flink aan te pakken staat de oud Formule 1-coureur aan. “Het grondeffect vindt plaats onder de auto dus er zal minder vuile lucht zijn,” legt Lammers uit aan Motorsport.com.

“Ze zullen het technisch reglement verder aanpassen qua dimensies om te bevorderen dat auto’s elkaar dichter kunnen volgen. Dat heeft men ongetwijfeld getest. Maar in welke mate het makkelijker wordt, moeten we nog even afwachten. Ik denk dat de wagens technisch gezien zo aangepast worden dat de totale downforce gelijk blijft of iets toeneemt, maar dan vooral voortkomt uit het grondeffect in plaats van de vleugels. Dan heb je minder last van turbulentie of vuile lucht.”

Volgens FIA's technisch directeur Nicholas Tombazis zou de downforceverstoring van 50% verlicht worden naar maar 5 tot 10% wanneer je achter een andere auto rijdt in de vuile lucht. Lammers is nog enigszins sceptisch over de inhaalmogelijkheden met de nieuwe reglementen. “Het volgende dat ik graag zou zien, is dat het DRS eruit gaat. Dan krijg je weer eerlijke races. Een coureur moet dan eerst goed bestuderen waar hij sneller is dan zijn voorganger, waar hij tijd verliest: strategisch rijden en echt een actie voorbereiden."

De DRS zou volgens Lammers er alleen maar voor zorgen dat de echte gevechten op de baan afnemen. "Met DRS is het net als inhalen op de A2, dat gebeurt ook alleen maar op de rechte stukken. We hebben juist die uitremacties weer nodig.”

Dat de fysieke uitdaging voor de coureurs groter wordt met de nieuwe reglementen vindt Lammers alleen maar positief. “Ik ben groot voorstander om ervoor te zorgen dat een GP weer echt een GP wordt. Het is een goede zaak dat de coureur weer fysiek wat meer uitgedaagd wordt. De bochtensnelheid zal wel toenemen en het verschil met de Formule 2 en de LMP1 wordt groter. Dat lijkt me heel positief. Je moet van een sportman na een wedstrijd in elk geval zien dat hij iets gedaan heeft. Dat ontbreekt er nu aan. Het zou mooi zijn als de fysiek betere rijder daarvoor ook beloond wordt.”