Lammers ziet genoeg ruimte voor inhalen op Zandvoort: ‘Dit gaat zeker helpen’
In een vooruitblik op de Grand Prix van Nederland aan de talkshowtafel heeft oud-coureur en Zandvoort-topman Jan Lammers zijn kijk gegeven op de unieke eigenschappen van het circuit in de duinen. Het zijn volgens hem de twee kombochten die het circuit speciaal maken, en die de weg zullen openen voor spectaculaire inhaalacties op zondag.
“Wat er nu specifiek is en wat Zandvoort echt uniek maakt dat zijn onder andere de kombochten”, zo beargumenteert Lammers aan tafel bij Op1. Het circuit kent twee kombochten, de derde en veertiende van het circuit, die doen denken aan Indy en Daytona-achtige taferelen.
Lammers meent dat de bochten niet alleen bij fans, maar ook bij de coureurs voor het nodige spektakel zal zorgen. “Als die coureurs komen hebben ze al duizend rondjes in de simulator gedaan, maar wat ze dan niet gedaan of gemerkt hebben zijn die hoogteverschillen. En die ervaring in die kombocht dat is in de simulator net wat anders”, aldus Lammers.
Toch wel inhalen?
Doordat de kombochten vrijwel volledig vol gas genomen kunnen worden ziet Lammers ze als een verlenging van de rechte stukken ervoor of erna. Dit zou, volgens de oud-coureur, inhalen op het circuit toch iets makkelijker moeten maken dan in Monaco of Hongarije. Lammers: “Kombochten daar kun je gewoon harder doorheen, en ook begint in feite het rechte stuk voor ons dan wat eerder, dus dan kan je net wat meer qua inhaalmanoeuvres.”