Coronel: ''Hij liet de glamourwereld in de F1 zien dat je ook normaal kan doen''

Flickr - IWAO

Interview

11 mei 2020 om 08:22
Laatste update: 11 mei 2020 om 10:12

Nu de Formule 1 even stilligt door het coronavirus, is het natuurlijk de ideale tijd om even de geschiedenisboeken in te duiken. Wie waren nou de grote helden uit het verleden en de jeugdhelden van de coureurs van nu? We vragen het Tim Coronel.

Alle ballen op Senna

Geboren in 1972 groeide Coronel op met Formule 1-wereldtitels van Jackie Stewart, Niki Lauda en James Hunt. Hierna volgde grote namen als Keke Rosberg, Nelson Piquet en Alain Prost, maar als we Coronel vragen naar zijn idool en voorbeeld van vroeger, dan komt er eigenlijk maar één naam uitrollen.

‘’Senna, Senna, Senna. Natuurlijk Senna. 1994, dat was mijn eerste racejaar en natuurlijk tevens het jaar dat hij overleed. Dat zal ik nooit meer vergeten. Ik werd toen gelijk kampioen. Leuke man hoor die Senna. Markant ook’’, zegt Coronel in een uitgebreid gesprek met GPblog.

Hoewel Coronel de Braziliaan nooit kon ontmoeten, was het wel een grote inspiratiebron als de autocoureur ging trainen. ‘’Ik kende hem niet, maar hij bracht in mijn ogen de sport naar een veel hoger niveau en motiveerde mij enorm. Hij liet de glamourwereld van de Formule 1 zien dat je ook normaal kon zijn. Als ik moest hardlopen, dan dacht ik echt wel aan hem om mij te motiveren ja’’, zegt de Nederlander.

Prost was slimmer

Op de toppen van zijn kunnen moest Senna het echter altijd tegen één man opnemen: Alain Prost. De Fransman stond al enkele jaren aan de top van de Formule 1, maar kreeg Senna opeens als teamgenoot bij McLaren. Dat ging niet altijd van een leien dakje en het was volgens Coronel dan ook niet gek dat hij uiteindelijk zou vertrekken.

‘’Die strijd tussen Senna en Prost was geweldig. Prost was heel slim, maar niet per se sneller, dat wist iedereen. Een beetje hetzelfde als bij Rosberg en Hamilton. Rosberg won niet omdat hij sneller was, maar omdat hij het spelletje slim wist te spelen. Dat deed Prost ook. Die had het soms wat beter voor elkaar, maar Senna was een echte vechter en daarom mijn voorbeeld.’’

Plots een racer

Veel anders dan racen kijken en beoefenen kon vroeger Coronel niet, met zijn oudere broers Jip en Raymond die al in de wagens zaten. Toch was Tim niet direct in de wagens te vinden en was het uiteindelijk broer Tom die hem achter het stuur kreeg.

‘’Ik studeerde als enige en was dus een beetje het buitenbeentje en begon uiteindelijk pas op mijn 21e met racen. Tom is de schuldige. Ik deed wel een racecursus, maar ben meer van de gezelligheid. Tom was toen echter voor sponsoring bij Hans van Kerk Keukens en wilde rijden in de Europese Open Lotus. Hans wilde echter naar Nederland en toen zei Tom ‘dan zetten we Tim in een AX’. Zo kwam ik in de racerij terecht, ik wist er zelf nauwelijks vanaf’’, besluit TIm met een leuke anekdote.